Visie Mirabello

Het RC werkt voor mensen met een complexe psychiatrische problematiek die (in deze fase van hun leven) geen crisiszorg nodig hebben, een hulpvraag hebben op verschillende levensdomeinen,  in een relatief stabiele woonsituatie verkeren en zich engageren voor een intensief en tijdelijk revalidatiedagprogramma. Mensen met mentale beperkingen, primaire verslavingsproblematiek en specifiek forensische problematiek behoren niet tot de doelgroep. Het RC richt zich naar jongvolwassenen en volwassenen en wil voor deze doelgroep naast een therapeutische opdracht ook, en niet in het minst een preventieve taak opnemen. Het RC wil met intensieve zorg zoveel als mogelijk haar cliënten (na vroege detectie) weerbaar maken en maatschappelijk integreren met op termijn een zo beperkt mogelijke zorgafhankelijkheid. Dwz dat het doel van het RC niet de care voor de ernstig invaliderende psychiatrische problematiek is, maar is eerder een intensief behandelaanbod voor mensen met psychiatrische problematiek in een relatief beginstadium, met voldoende groeipotentieel.

De mensen uit de doelgroep en een interdisciplinaire equipe streven ernaar om samen onderhandelde doelen op een intensief-therapeutische wijze te realiseren. De finaliteit ligt overwegend op identiteitsopbouw , maatschappelijke integratie(en herstel). Het proces behelst enerzijds het reduceren van psychische belemmeringen via specifieke therapieën en trainingen gestoeld op actuele wetenschappelijke standaarden en anderzijds het aanleren en ontwikkelen van maatschappelijke relevante en op het individu geënte vaardigheden en competenties. Daarbij beogen we een snelle evolutie naar oefenen en trainen in op de (toekomstige) leefcontext georiënteerde situaties, mogelijks/liefst de reële situaties.(Mensen kunnen hun problemen best  of alleen maar oplossen in de sociale contexten waarin ze leven).

De basismethodiek is niet enkel gericht op het oplossen van de problemen maar juist op het versterken van de krachten en talenten van de cliënt (empowerment).

De gehanteerde methodieken en attitudes baseren zich op biologische, cognitief-gedragstherapeutische, systemische, motivationele wetenschap, maar zijn ingebed in het herstelgericht werken, psycho-sociale en arbeidsrehabilitatie, positieve psychologie, strength-based en empowermentgedachtengoed en de presentiebenadering.

De regie van het hele proces ligt vooral bij de cliënt die een waardengedragen partnership met de teamleden afsluit. Familie, belangrijke derden en hulpverleners uit het bestaande netwerk worden betrokken in het revalidatieproces. De centrale focus blijft de eigen gekozen kwaliteit van leven van de revalidant.

Inspraak en participatie, zowel op het niveau van de individuele trajecten van de cliënt als op het niveau van de werking van het RC op zich , lopen als een rode draad doorheen het proces. We streven naar een  positief, prikkelend en hoopgevend klimaat waarin er vanuit een veilige, geborgen uitvalsbasis geleidelijk (gefaseerd) naar maatschappelijke integratie gewerkt wordt. Het lotgenotencontact (peers) en groepsgevoel zijn daarbij faciliterende en ondersteunende factoren.

De gezamenlijke werkdomeinen zijn vooral arbeid in brede zin, basisautonomie, psychisch en lichamelijk welzijn, interpersoonlijk en sociaal gedrag, lichamelijk welbevinden en het sociaal-administratief veld.

Psychoëducatie in een breed perspectief, niet alleen gericht op kennis en inzicht maar ook op toepassen en integreren en niet alleen gericht op besef en aanvaarding van beperkingen maar ook op probleemoplossende vaardigheden en krachten vormt een belangrijke schakel in het traject. Deze psychoëducatieve domeinen zijn divers: dit kan diagnosegerelateerd zijn, maar ook algemenere thema’s zoals stresshantering, slaap, middelenmisbruik,… kunnen aan bod komen. Extra accent in de groepen ligt er ook op communicatie en interpersoonlijke vaardigheden met aandacht voor persoonlijkheidsaspecten.

In het doe- en ervaringsgericht veld ligt de klemtoon op arbeidsvoorbereidende activiteiten die zo dicht mogelijk bij de leefwereld/mogelijkheden van de cliënt staan en zoveel mogelijk een maatschappelijke relevantie hebben. Zodoende kunnen alle facetten van het arbeidsproces, geoefend worden. Deze activiteiten worden geflankeerd door bewegingsactiviteiten (die trouwens ook gericht zijn op een duurzame integratie van bewegingspatronen in de reële leefsituatie maar ook met aandacht voor ontspanning en  fysieke gezondheid).

Er wordt gewerkt met onderhandelde doelstellingen die op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd worden. Globaal dienen actuele tools gebruikt te worden om de outcome van de werking in kaart te brengen.

Vanuit een zorgcontinuïteitsperspectief wordt het revalidatieproces gezien als een schakel in een zorgtraject en een schakel binnen een netwerk.  Na dialoog met de cliënt (‘niets over ons zonder ons’) worden regelmatig netwerkvergaderingen of zorgafstemmingsgesprekken gepland. De arbeidscoach vormt een belangrijke intermediaire functie tussen revalidatie en arbeid (i.c. arbeidsgerelateerde instanties).

Medewerkers nemen een deel van het groepsprogramma op, leveren specifieke deskundigheid zowel in het groepsprogramma als in de individuele coaching en hebben daarnaast een individuele begeleidings/coördinatiefunctie voor een aantal cliënten. Elke cliënt kan beroep doen op een individuele begeleider die het revalidatieproces in al zijn geledingen opvolgt. Net zoals bij de cliënten wordt van medewerkers verwacht frequent te schakelen tussen ‘binnen’ en ‘buiten’, met maatschappelijke integratie als finaal doel.